Gezondheid, veiligheid en het voorkomen van ongevallen bij het lassen!
Bij het lassen is, zoals bij ieder ander productieproces, de veiligheid van groot belang. De gloeiende metaalspetters kunnen brandplekken geven. Daarom zijn lange handschoenen en eventueel een beschermend schort nodig. Ook mag er geen brandbaar materiaal in de omgeving liggen. De vlamboog geeft een zeer fel licht af, met vooral schadelijke UV-stralen. Een laskap met een donker glaasje beschermt de ogen en het gezicht. Er komen ook schadelijke gassen vrij (onder andere ozon). Het heeft daarom de voorkeur dat er geforceerde ventilatie is (dat de lucht wordt weggezogen).
Betreft een veilige uitvoering van de laswerkzaamheden liggen de voornaamste gevaren bij een elektrische schok en straling vanuit de boog.
Elektrische schok
Daar het grootste gevaar afkomstig is van een elektrische schok van onder spanning staande delen van een lasstroomcircuit (de elektrode en het werkstuk) worden de volgende aanbevelingen gedaan:
Controle van de installatie
De lasser is verantwoordelijk voor een dagelijkse controle van de installatie (kabels, elektrodehouder en koppelingen) en de melding van defecten daaraan. De werkstukklem moet direct aan het werkstuk en zo dicht mogelijk bij de lasplaats of direct aan de lastafel waarop het werkstuk wordt gelast worden bevestigd.
Verwisselen van elektroden
Daar waar een werkstuk is in de lasketen is opgenomen en een niet-geïsoleerde lastang wordt gebruikt, vertrouwt de lasser op de isolerende eigenschappen van zijn handschoenen bij het wisselen van elektroden. Tussen de elektrode en het werkstuk is dan een open spanning aanwezig die 80 V kan bedragen. Als de handschoen vochtig, de elektrode een slechte isolator of de lasser in contact is met een geleidend oppervlak, kan een van deze isolerende lagen onvoldoende zijn.
80 VOLT KAN FATAAL ZIJN!
Veiligheid en het voorkomen van ongelukken
> de lasser moeten geen versierselen (vooral ringen) of metalen horlogebandje dragen
> de juiste laskleding moet worden gedragen. Handschoenen, laarzen en overalls moeten enige bescherming tegen stroomdoorgang bieden
> de lasser moet dagelijks en na iedere nieuwe aansluiting alle uitwendige verbindingen controleren of zij schoon en goed bevestigd zijn
> wanneer elektroden worden gewisseld moet de lastang geïsoleerd zijn
> wanneer het lassen voor een korte tijd wordt onderbroken, moet de lastang niet in de laskap of op een ander brandbare ondergrond worden gelegd, daar er nog steeds een "levende" spanning van 80 volt op staat of heet genoeg is om brand te veroorzaken
> wanneer er twee of meer lassers (met gescheiden lasstroombronnen) aan een zelfde werkstuk lassenmoeten zij buiten elkaars bereik werken
Hoogfrequent
Bij het TIG-lassen wordt een hoogfrequente spanning (HF) gebruikt om de boog te ontsteken en om de boog te stabiliseren bij het lassen op wisselstroom. Een hoogfrequente spanning bestaat uit pulsen van enkele duizenden volts aan spanning; daar zij slechts gedurende enkele microseconden bestaan bij een zeer lage stroomsterkte, geven zij geen elektrische schok. Echter, de hoogfrequent kan de lasser doen schrikken die zich als gevolg daarvan kan verwonden. Als de hoogfrequent zich concentreert wordt op de huid, bijvoorbeeld door een gat in de handschoen, kan het kleine diepe brandwonden opleveren.
Hoogfrequent ontwikkelt elektromagnetische straling die zich zowel via de lucht alsook via stoomkabels kunnen verplaatsen. Er moeten voorzorgsmaatregelen genomen worden om storingen in controle- en regelsystemen van installaties en instrumenten in de directe omgeving van het lassen te voorkomen.